Geef het poortnummer op dat moet worden gebruikt om service- en systeemgegevens te verzenden met behulp van de Electronic Service Agent. Er moet een poortnummer worden opgegeven om Electronic Service Agent Connection Manager in te schakelen.
Dit is het poortnummer waarmee POWER4 Electronic Service Agent-clients verbinding moeten maken als deze de mogelijkheden van deze HMC om het servicenummer te bellen willen gebruiken. U moet hiervoor de standaardwaarde 1198 gebruiken die u eigenlijk niet moet wijzigen. Als u dit poortnummer toch wijzigt, moet u een bijbehorende wijziging aanbrengen op elke Electronic Service Agent-client waarvoor u deze functie wilt gebruiken.
Als u bijvoorbeeld de standaardpoort 1198 gebruikt en het IP-adres van de HMC die de functie Electronic Service Agent Connection Manager levert 9.60.92.202 is, moet voor elk POWER4-systeem dat Electronic Service Agent Connection Manager gebruikt voor het bellen van het servicenummer de Call Controller-URL naar Connection Manager worden ingesteld op https://9.60.92.202:1198 als de beveiligde werkstand wordt gebruikt. In andere gevallen gebruikt u http:9.60.92.202:1198 voor de niet beveiligde werkstand.
Voor meer informatie over het configureren van de Call Controller-URL naar Connection Manager, raadpleegt u de Electronic Service Agent for pSeries and RS/6000 User's Guide, SC38-7107.